Het Boheemse Woud (Tsjechisch: Šumava) is een 200 kilometer lang middelgebergte langs de grenzen van Duitsland, Oostenrijk en Tsjechië in Zuid-Bohemen. Meer bepaald ligt het gebied in de historische regio Bohemen. De voortzetting aan de Duitse kant van de grens heet het Beierse Woud, waarmee het geografisch één geheel vormt. In Oostenrijk heet het gebied Böhmerwald.
Het woud vormt de waterscheiding tussen de Donau en de Moldau. Het hoogste punt is de Großer Arber (1456 m), die zich op Duits grondgebied, dus in het Beierse Woud bevindt. Een andere hoge berg is de Plöckenstein (Plechý)(1378 m) op de Oostenrijks-Tsjechische grens. In het stroomgebied van de Moldau is het toerisme sterk vertegenwoordigt met als belangrijste trekpleister de plaats Lipno nad Vltavou.
De dichte bossen, de enigszins spookachtige veengronden, de donkere wateroppervlakten van de gletsjermeren en resten van de oerwoudbestanden vormen de kern van het Nationaalpark Boheemse Woud. Het Boheemse Woud, dat zijn honderden kilometers gemarkeerde routes voor wandelaars en fietsers op de bergkammen en door de dalen van de beken en de rivieren. Een oneindige ruimte voor het observeren van dieren en vogels en voor zwerftochten op zoek naar paddestoelen. Het beloofde land voor de watersportbeoefenaars, de windsurfers en de zeilliefhebbers. Veel gelegenheden voor het doorbrengen van weekends en vakanties in de boerderijen in het voorgebergte, voor het paardrijden en ook voor de uitstapjes met sledes en honden. Ook lange trips op de lange afstandskies en de drukke wintersportcentra.
Vanwege de hoge dichtheid aan bossen wordt het Boheemse Woud ook wel “Het groene dak van Europa” of “de longen van Europa” genoemd.